3 Paragrafen

3.1 Lokale heffingen

Uitwerking financiële kaders per heffing c.q. groep van heffingen

Hieronder maken wij per heffing c.q. groep van heffingen de relevante kosten en mate van kostendekkendheid inzichtelijk. Via "overige toe te rekenen kosten" worden kosten betrokken bij de kostendekkendheid die niet op het taakveld staan van de heffing. Op onderdelen kan sprake zijn van enigszins afgeronde bedragen die beperkt afwijken van de exacte bedragen op de programma’s en in de administratie.

De toerekening van overhead is hiervoor onderbouwd. BTW is expliciet geregeld in de gemeentewet. Voor wat betreft de kosten van straatvegen en baggeren is op basis van activiteiten en doelstellingen een matrix gemaakt ter onderbouwing van het deel van de kosten dat relevant is in relatie tot het rioolrecht en de afvalstoffenheffing.

Matrix toerekening kosten straatvegen en baggeren
Deze matrix is een handreiking van de VNG waarbij een beredeneerde inschatting is gemaakt van de toe te rekenen kosten in de Amstelveense situatie. Onderstaande inschatting is geactualiseerd. De doorwerking van de parameters heeft geen consequenties voor de te hanteren tarieven.

Straatvegen:

Baggeren:

Kostendekkendheid in begroting en rekening
Bij het bepalen van de kostendekkendheid in begroting en rekening inclusief de verwerking van verschillen tussen begroting en rekening gelden de volgende uitgangspunten:

Directe lasten en baten op het taakveld van de heffing

  • de directe lasten en baten op het taakveld van de heffing maken integraal onderdeel uit van de verantwoording van de kostendekkendheid (rekent af met de voorziening). In de begroting zijn dit de geraamde directe lasten/baten, in de rekening zijn dit de werkelijke directe lasten/baten;

Overige toe te rekenen kosten

  • als algemene regel geldt dat de primitief bepaalde bedragen voor de overige toe te rekenen kosten het gehele jaar van kracht zijn (begroting = rekening; voorcalculatie = nacalculatie);
  • hierop geldt één uitzondering: het bedrag voor overhead kan door specifieke besluitvorming (bijvoorbeeld krimp/groei) en/of gehanteerde systematiek van kostentoerekening afwijken in de begroting na wijziging en op rekeningbasis;
  • het gehanteerde overheadpercentage in de rekening is gelijk aan het berekende percentage in de begroting;
  • de op te nemen bedragen voor straatvegen en baggeren worden periodiek bij de begroting getoetst en indien nodig geactualiseerd aan de hand van de VNG-matrix;
  • voor de overige onderdelen worden de gehanteerde begrotingsramingen getoetst aan de werkelijke cijfers. Dit kan leiden tot aanpassing in de eerstvolgende op te stellen begroting.

Verrekeningen met de egalisatievoorzieningen riolering, huishoudelijk afval en Zorgvlied

  • begrotingswijzigingen sluiten via een verrekening met de voorziening;
  • de afwijking op de regel "saldo kosten -/- heffing" tussen de rekening en de begroting na wijziging wordt verrekend met de egalisatievoorziening (dekkingspercentage blijft dan gelijk);
  • het dekkingspercentage bedraagt in de rekening maximaal 100%;.
  • Als het percentage hoger uitkomt in de rekening wordt een bedrag gestort in de egalisatievoorziening waarna het dekkingspercentage 100 bedraagt.

Rioolheffing

Financieel overzicht

De concrete toepassing van de hiervoor omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).

RIOOLHEFFING

2023

1. Taakveld riolen

1a. lasten

6.551

1b. baten, exclusief heffingen

-25

1c. Verrekening met voorziening

614

1d. netto kosten taakveld riolen

7.140

2. Overige toe te rekenen kosten

2a. straatvegen

400

2b. baggerkosten

57

2c. overhead

918

2d. BTW

952

2e. overige toe te rekenen kosten

2.327

3. Totaal voor riolering relevante kosten

9.467

N

4. Opbrengst rioolheffing

4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel

-9.467

4b. evt. tariefvoorstel 2023

0

4c. totale opbrengst rioolheffing

-9.467

V

6. Dekkingspercentage

100,0%

Toelichting bij financieel overzicht

  • Bovenstaand overzicht komt uit op een kostendekking van afgerond 100% (was 2022: 99%). Daarmee is de rioolheffing kostendekkend met afgerond € 9,5 miljoen aan kosten en opbrengsten.
  • Inhoudelijk kader voor de rioolinvesteringen is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2021-2026, vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 2020. Beleidsmatig is naar de toekomst toe van belang rekening te houden met extra opgaven in het kader van klimaatadaptie en grondwaterzorg.
  • Binnen de rioolexploitatie is de herberekening van het verloop van de kapitaallasten een zwaarwegende factor. Per saldo dalen de kapitaallasten met € 0,7 miljoen door een lagere rekenrente, rekening houdend met faseringen in de feitelijke voortgang van de werkzaamheden conform de laatste jaarrekening en het toevoegen van nieuwe investeringen volgens het bij de Perspectiefnota 2023 vastgestelde actuele Meerjarenprojectenplan Buitenruimte.
  • Verder is sprake van een kostenstijging door loon- en prijsontwikkelingen, alsmede van een meeropbrengst rioolheffing door een toename van het aantal aansluitingen (areaal). Dat leidt al met al tot het bovenstaande financiële resultaat bij een gelijkblijvende rioolheffing. Er is dus geen tariefverhoging nodig om het budgettaire kader te handhaven.
  • Bij de Perspectiefnota 2021 is besloten tot de instelling van een spaarvoorziening riolen. De spaarvoorziening valt in dezelfde categorie als de reeds veel langer bestaande egalisatievoorziening. Het BBV kent beide instrumenten, die allebei zijn bedoeld om bij te dragen aan een verantwoorde en gelijkmatige ontwikkeling van de lastendruk op langere termijn. De egalisatievoorziening verevent incidentele fluctuaties tussen de jaren op het binnenkomende rioolrecht en de hieruit te dekken kosten. Bij een oplopende stand van egalisatievoorziening kunnen middelen hieruit via de spaarvoorziening worden ingezet ter dekking ineens van een deel van de jaarlijkse vervangingsinvesteringen zoals opgenomen in het MPP Buitenruimte. Op deze manier wordt een eventuele restruimte binnen een trendmatige, behoedzame tariefontwikkeling aangemerkt en ingezet als spaarcomponent.

Bij de perspectiefnota 2023 is de ontwikkeling aangekondigd om de bestaande verordening met bestaande maatstaf voor de rioolheffing te vervangen. De huidige maatstaf betreft één uniform aansluitbedrag voor percelen die zijn aangesloten op de riolering met een beperkte aanvulling voor “grootverbruik”. Wateroverlast en verdroging vragen echter steeds meer maatregelen in de publieke ruimte waar iedereen profijt van heeft. Daarom wordt gekeken naar een vorm die beter recht doetaan de bredere invulling van de gemeentelijke watertaken. In de nieuwe situatie worden zoveel mogelijk percelen in de heffing betrokken. Bijvoorbeeld cultuurgronden, natuurterreinen en percelen die niet zijn aangesloten op de riolering, dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken. De VNG heeft een nieuwe modelverordening opgeleverd met verschillende varianten om de gedachtevorming hierop te faciliteren. De ambtelijke voorbereiding hierop loopt en de verwachting is dat bij de perspectiefnota 2024 hierop wordt teruggekomen.

Afvalstoffenheffing

Financieel overzicht

De concrete toepassing van de hierboven omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).

HUISHOUDELIJK AFVAL

2023

1. Taakveld huishoudelijk afval

1a. lasten

9.674

1b. baten, exclusief heffingen

-1.833

1c. Verrekening met voorziening

-650

1d. netto kosten taakveld huishoudelijk afval

7.191

2. Overige toe te rekenen kosten

2a. straatvegen

556

2b. kwijtschelding

384

2c. handhaving

158

2d. overhead

2.429

2e. BTW

1.265

2f. Storting reserve kapitaallasten ivm krediet inzamelvoertuigen

650

2g. overige toe te rekenen kosten

5.442

3. Totaal voor huish. afval relevante kosten

12.633

N

4. Opbrengst afvalstoffenheffing

4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel

-11.130

4b. evt. tariefvoorstel 2023

0

4c. totale opbrengst afvalstoffenheffing

-11.130

V

6. Dekkingspercentage

88,1%

Toelichting bij financieel overzicht

  • Bovenstaand overzicht komt uit op een kostendekking van afgerond 88% (was 2022: 89%). In totaal mag afgerond € 12,6 miljoen aan kosten in de tariefstelling worden betrokken. Tot dusver is dit in het Amstelveense beleid niet maximaal ingevuld. Het budgettaire kader gaat uit van een opbrengst afvalstoffenheffing van € 11,0 miljoen. Mede vanwege de “boekhoudregels” (BBV) is sprake van verschuivingen binnen de begroting in de toerekening van kosten. Deze administratieve verschuivingen bieden weliswaar de ruimte om meer kosten door te berekenen in de tarieven, maar er is geen verplichting om dat te doen. Leidend is het budgettaire kader, c.q. het verwerken van reële kostenstijgingen in de tarieven.
  • Naar aanleiding van de jaarrekening 2021 heeft een analyse plaatsgevonden van de verschillen tussen begroting (gehanteerde aannames) en rekening (werkelijke uitkomsten), alsmede de structurele gevolgen daarvan. Bij de perspectiefnota 2023 is aangegeven dat er een structureel voordeel van circa €1 miljoen wordt verwacht. De ontwikkelingen in hogere opbrengsttarieven (bijv. papier) en lagere verwerkingskosten lijken zich door te zetten. Wel zien we stijgende brandstofkosten voor het transport van de afvalstromen. Voor de jaren vanaf 2023 kunnen hierdoor de extra kosten, voortkomend uit het grondstoffenplan (vastgesteld in raadsvergadering 15 december 2021), worden opgevangen zonder verdere tariefstijging.

Zorgvlied

Financieel overzicht

De concrete uitwerking leidt tot onderstaand financieel overzicht  (bedrag x € 1.000).

ZORGVLIED

2023

1. Taakveld Zorgvlied

1a. lasten

4.065

1b. baten, exclusief heffingen

-357

1c. Verrekening met voorziening

43

1d. netto kosten taakveld Zorgvlied

3.751

2. Overige toe te rekenen kosten

2a. Reservemutaties/overig

66

2b. overhead

1.270

2c. overige toe te rekenen kosten

1.336

3. Totaal voor Zorgvlied relevante kosten

5.087

N

4. Opbrengst heffing rechten Zorgvlied

4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel

-4.419

4b. evt. tariefvoorstel 2023

-280

4c. totale opbrengst Zorgvlied

-4.699

V

6. Dekkingspercentage

92,4%

Toelichting bij financieel overzicht

  • Bovenstaand overzicht komt uit op een kostendekking van afgerond 92% (was 2021: 90%). In totaal mag afgerond € 4,7 miljoen aan kosten in de tariefstelling worden betrokken. Daar staat een opbrengst van € 4,4 miljoen tegenover.
  • In 2019 kon het onderhoud en de exploitatie van Zorgvlied, niet meer binnen de begroting worden uitgevoerd. Begin 2020 is een bedrijfsplan opgesteld met een pakket om maatregelen om het ontstane tekort gefaseerd in te lopen. Het bestaande budgettaire kader gaat voor 2023 en verder uit van een kostendekkende exploitatie van Zorgvlied.
  • In lijn met eerdere besluitvorming (perspectiefnota 2020) is een meeropbrengst via tariefverhogingen opgenomen van afgerond € 0,3 miljoen, een stijging van ruim 4%. De uitwerking hiervan in de verschillende tarieven die gelden voor Zorgvlied wordt in de begrotingsraad voorgelegd via de Tarievennota.

Bouwleges

Financieel overzicht

De concrete uitwerking leidt tot onderstaand financieel overzicht  (bedrag x € 1.000).

BOUWLEGES

2023

1. Taakveld Bouwen en Wonen; omgevingsvergunningen

1a. lasten

1.389

1b. baten, exclusief heffingen

1c. netto kosten taakveld bouwvergunningen

1.389

2. Overige toe te rekenen kosten

2a. overhead

919

2b. BTW

65

2c. vergoedingen welstandscommissie

46

2d. overige toe te rekenen kosten

1.030

3. Totaal voor bouwleges relevante kosten

2.420

N

4. Opbrengst bouwleges

4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel

-1.983

4b. evt. tariefvoorstel 2023

4c. totale opbrengst bouwleges

-1.983

V

6. Dekkingspercentage

82,0%

Toelichting bij financieel overzicht
In het taakveld 8.3 Wonen en bouwen zijn de kosten en baten van de leges omgevingsvergunningen  verwerkt.:

  • In het hieronder gepresenteerde overzicht zijn de gevolgen van de eventuele invoering per 1 januari 2023 van de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging nog niet verwerkt
  • Een voorstel voor de bouwleges 2023, met een onderbouwing van de kosten en opbrengsten voor 2023 op basis van een actuele prognose van de bouwvolumes, en een eerste inschatting van de financiële gevolgen van de veranderde wetgeving, is in voorbereiding voor de raadsvergadering van december 2022.

APV vergunningen
Financieel overzicht
De concrete toepassing van de hierboven omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).

APV

2023

1. Taakveld Openbare orde en Veiligheid

1a. lasten

619

1b. baten, exclusief heffingen

1c. netto kosten taakveld OOV, APV

619

2. Overige toe te rekenen kosten

2a. overhead

365

2b. BTW

22

2c.

2d. overige toe te rekenen kosten

386

3. Totaal voor APV relevante kosten

1.006

N

4. Opbrengst APV

4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel

-138

4b. evt. tariefvoorstel 2023

4c. totale opbrengst APV

-138

V

6. Dekkingspercentage

13,7%

Toelichting bij financieel overzicht
In het taakveld 1.2 Openbare orde en Veiligheid zijn de kosten en baten van de leges APV :

Burgerzaken
Financieel overzicht
De concrete toepassing van de hierboven omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).

BURGERZAKEN

2023

1. Taakveld Burgerzaken

1a. lasten

2.781

1b. baten, exclusief heffingen

1c. netto kosten taakveld Burgerzaken

2.781

2. Overige toe te rekenen kosten

2a. overhead

1.500

2b. BTW

90

2c.

2d. overige toe te rekenen kosten

1.590

3. Totaal voor Burgerzaken relevante kosten

4.371

N

4. Opbrengst Burgerzaken

4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel

-1.548

4b. evt. tariefvoorstel 2023

4c. totale opbrengst Burgerzaken

-1.548

V

6. Dekkingspercentage

35,4%

Toelichting bij financieel overzicht
Het taakveld Burgerzaken omvat zowel legesgerelateerde taken als werkzaamheden die niet onder de legesheffing vallen. Dit laatste omvat verkiezingen, de zorg voor de Basisregistratie Personen, de bestrijding van adres- en identiteitsfraude. Dat verklaart een kostendekkingspercentage ver onder de 100%. Daarbij komt de mate van kostendekkendheid steeds meer onder druk te staan vanwege:

  • Door het rijk bepaalde maximumbedragen voor leges.
  • Toenemende wettelijke taakverzwaringen waar geen aparte compensaties tegenover staan.
  • Lagere legesopbrengsten door minder documentafgiften vanwege de verlenging van de geldigheidsduur van 5 naar 10 jaar. Dit kan niet aan de kostenkant worden opgevangen en de inkomstenkant biedt geen soelaas omdat het Rijk voor de betreffende leges de gemeentelijke maximumbedragen niet heeft aangepast (maar wel de afdracht aan het Rijk heeft verdubbeld).

In het licht van deze oplopende druk op de exploitatie Burgerzaken starten we in 2023 een onderzoek naar de kostendekkenheid van de leges Burgerzaken.

Onroerende zaakbelastingen (OZB)

De onroerende zaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De onroerende zaakbelastingen bestaan uit een belasting voor het gebruik (alleen niet-woningen) en een belasting voor het eigendom (woningen en niet-woningen). De geraamde OZB-opbrengst voor het aanslagjaar 2023 bedraagt € 24,8 miljoen.

Tarieven
Met betrekking tot de tariefbepaling OZB zijn twee verschillende zaken van belang:

  • In de eerste plaats is sprake van een indexering van het tarief op basis van de loon- en prijsontwikkeling. Voor 2023 betekent deze inflatiecorrectie een verhoging van de tarieven met 4,5%.
  • In de tweede plaats vindt jaarlijks een waardetaxatie van het onroerend goed plaats ("hertaxatie WOZ"). Op basis van de hieruit voortvloeiende waardeverhoging of –verlaging, wordt het tarief respectievelijk naar beneden of naar boven bijgesteld om de OZB-opbrengst gelijk te houden. Voor de gemeente als geheel leidt de hertaxatie dus niet tot een andere OZB-opbrengst. Op individueel niveau treden wel verschillen op als de uitkomst van de hertaxatie afwijkt van de gemiddelde waarde ontwikkeling in de gemeente.

Voor 2022 is vooralsnog rekening gehouden met een gemiddelde waarde stijging door hertaxatie van 13,5% voor woningen en 1% voor niet-woningen. Dit is een eerste inschatting ten tijde van de opstelling van de begroting. In de raadsvergadering van december 2022 volgt een definitief tariefvoorstel als de hertaxatie grotendeels is afgerond.

De hoogte en ontwikkeling van de lokale WOZ-waarden werken ook door in de verdeling van het gemeentefonds. Voor Amstelveen betekent dit nadelige herverdeeleffecten op de algemene uitkering. Tot dusver is dit nadeel niet via het OZB-tarief "doorberekend aan de inwoners", maar naast de andere begrotingsontwikkelingen in de meerjarenbegroting ingepast. Inwoners betalen hun OZB aanslag uit hun inkomen en niet uit de waardeontwikkeling van hun huis, terughoudendheid in lokale lastenverzwaring is staand beleid. Dat laat onverlet, dat het oplopende structurele nadeel door de ongunstige verdeelsystematiek een steeds zwaardere hypotheek legt op de bestedingsruimte van de gemeente. Dit begrotingsboek gaat uit van ongewijzigde indexering van de totale opbrengst. Een nadere afweging tot aanpassing van dit beleid kan onderdeel uitmaken van de brede, integrale afwegingen bij de perspectiefnota 2024.

Deze pagina is gebouwd op 10/08/2022 12:37:41 met de export van 10/08/2022 12:23:25